Het voorstel om de telecomwet tijdelijk aan te passen zodat het RIVM data van zendmasten kon gebruiken om de verspreiding van het coronavirus in kaart te brengen, zorgde al vanaf het eerste moment voor veel controverse. Eigenlijk waren er meer tegenstanders dan voorstanders. De telecomproviders waren er al helemaal niet blij mee. Nu, ruim anderhalf jaar nadat het wetsvoorstel ingediend werd, is duidelijk geworden dat die tijdelijke aanpassing definitief van de baan is. Het wetsvoorstel ‘Tijdelijke wet informatieverstrekking RIVM i.v.m. COVID-19’ is ingetrokken, zo blijkt uit een kamerbrief.
Zendmastdata als ‘virusscanner’
Op zich was het idee achter het wetsvoorstel zo gek nog niet, als je de legitieme bezwaren, onder andere van de Autoriteit Persoonsgegevens, even buiten beschouwing laat. Door inzicht te krijgen in de bewegingen van mensenmassa’s en die data te koppelen aan gegevens over coronabesmettingen zou de verspreiding van het virus in kaart gebracht kunnen worden. Daarvoor is het belangrijk te weten hoeveel mensen zich op een bepaald moment op welke plek, of in welk gebied, aanwezig zijn.
Nagenoeg iedereen heeft tegenwoordig wel een smartphone. Die toestellen staan voortdurend in contact met zendmasten. De minister benadrukte diverse malen dat het niet de bedoeling was om individuele personen te gaan volgen. Het RIVM zou de zendmastdata geanonimiseerd gaan gebruiken voor het in kaart brengen van de bewegingen van grote groepen. Als een soort virusscanner voor COVID-19.